Twee zussen, Ina en Dora, installeren zich op hun vaste plek langs de route die de Gouden Koets zal nemen op Prinsjesdag. Ina met  tegenzin. Zij is 75 en heeft in haar werkzame jaren als lerares geschiedenis  een idool gevonden in Johan Derk, Baron van der Capellen tot den Pol.  Deze achttiende-eeuwse leider van de Patriotten was uiteraard een tegenstander van de Oranjes. Dora (70 jaar) heeft net voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kennis gemaakt met Herbert, die als lakei op Prinsjesdag de Gouden Koets escorteerde. Deze heren zijn van grote invloed op het leven van de zussen.  Omdat ze  altijd hebben samengewoond heeft hun communicatie vormen aangenomen die voor buitenstaanders op zijn minst wonderlijk zijn. Ze kennen elkaar door en door. Of toch niet?